Mien Ruys, tuin- en landschapsarchitect

Fase I: Veiligstelling archief en opstellen oeuvrelijst  

Projectverslag

Organisatie: Buro Mien Ruys, tuin- en landschapsarchitecten bv
Amstel 157, 1018 ER Amsterdam
020-6225873 | buro@mienruys.nl | www.mienruys.nl/buro/index.html

Contactpersoon /Uitvoerder: drs L.D. den Dulk, Bakenessergracht 71-C, 2011 JT Haarlem

Locatie project: Bibliotheek Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Afd. Speciale Collecties
Database TuiN: http://library.wur.nl/tuin/

Uitvoeringsperiode: 01-09-2003 - 31-08-2005

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

Voortgang van het documentatieproject (Nieuwsbrieven)

Protocol selectie en documentatie

Tuinen, Projecten en Documenten: Statistieken

Inleiding

Dit is het eindverslag van het project Mien Ruys, tuin- en landschapsarchitect, Fase I: Veiligstelling archief en opstellen oeuvrelijst.

Uitvoering en voortgang

Het project werd uitgevoerd door L.D. den Dulk met ondersteuning door A. Dijkstra (Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR) bij het invoeren van de gegevens in de database en door H.Veldhoen (tuin- en landschapsarchitect, Buro Mien Ruys, Amsterdam) bij het verifiëren van de gegevens.
De oorspronkelijke aanvangsdatum van het project is verschoven van 1 juli 2003 naar 1 september 2003. De einddatum was 31 augustus 2005. Een verslag van de projectvoortgang, gebaseerd op de eerder vervaardigde Nieuwsbrieven, is bijgevoegd als hst. 1, Voortgang van het documentatieproject.

Doelstellingen gerealiseerd

De eerste doelstelling van het project, de veiligstelling van het archief van Mien Ruys, is gerealiseerd. Hieronder is ook begrepen het overbrengen van het archiefmateriaal dat zich bevond in het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle. Alle beschikbare documenten zijn ondergebracht in de ruimten van de afdeling Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR.
Selectie en documentatie van het materiaal zijn geschied op basis van het protocol dat is bijgevoegd als Protocol selectie en documentatie.
De tweede doelstelling, het vervaardigen van een oeuvrelijst omvattende alle gedocumenteerde werken van Mien Ruys uit de periode 1925-1995, is eveneens gerealiseerd. Deze lijst wordt niet als zodanig gepresenteerd, geïnteresseerden worden verwezen naar de nog on-line te brengen database (zie volgende paragraaf).

Invoeren gegevens en presentatie project

Het toegankelijk maken van het archiefmateriaal is verder gebeurd door het invoeren van de gegevens die betrekking hebben op de documentatie in de database TUiN (TUinarchitectuur in Nederland). Deze is samengesteld uit ondermeer de records Tuin, Project en Document. De getalsmatige gegevens hierover zijn te vinden in Tuinen, Projecten en Documenten: Statistieken. De bovengenoemde oeuvrelijst is in feite een uittreksel van de gegevens uit de Tuin-records van deze database. Dit gegevensbestand wordt beheerd door de afdeling Speciale Collecties, Bibliotheek Wageningen UR. De records over de collectie Mien Ruys in de database TUiN zijn voor het publiek on-line te raadplegen zodra het invoeren van de gegevens is voltooid. Weliswaar zijn alle Project-gegevens in de database ingevoerd, maar het bleek niet mogelijk om ook alle Document-gegevens binnen de beschikbare tijd in te voeren. De voltooiing van het invoeren van deze gegevens en het toevoegen van scans van foto’s en ontwerptekeningen ter illustratie zal echter naar verwachting voor het einde van dit jaar plaatsvinden, waarna het project aan het publiek zal worden gepresenteerd.
Alle betrokkenen zullen over deze presentatie tijdig worden geïnformeerd.

Tweede fase: Biografie

Zoals destijds in het projectvoorstel omschreven is tevens materiaal verzameld dat kan dienen als uitgangspunt voor de beoogde tweede fase van het project, de vervaardiging van een manuscript voor de biografie van Mien Ruys.

Wageningen, 16 november 2005

Leo den Dulk


Voortgang van het documentatieproject

Dit hoofdstuk is gebaseerd op de tijdens de projectperiode verspreide Nieuwsbrieven.

Verhuizing archief
Zoals bij velen bekend, was het archief van Mien Ruys tot nu toe opgeslagen op de zolder van haar zomerverblijf op het terrein van de Tuinen Mien Ruys in Dedemsvaart. Architect Merkelbach, die de verbouwing van dit voormalige varkenshok ter hand nam, heeft deze opslagfunctie destijds niet voorzien - om het zo maar eens te zeggen. De elementen - vocht, warmte en kou, muizen en ander gedierte - hadden er vrij spel. Deze constatering was de belangrijkste reden waarom de veiligstelling van het archief tot een apart deelproject werd gemaakt.

Tekstvak:

Inmiddels is het archief - plusminus 120 verhuisdozen met archiefenveloppen - verhuisd naar de bibliotheek van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (verder af te korten als BWUR), om precies te zijn naar kamer 227 van het Jan Kopshuis, Generaal Foulkesweg 19 (WUR gebouwnr. 356). Tot de verhuizing van de bibliotheek naar een nieuwe locatie, volgens de planning in 2006, zal de collectie hier in gebufferde dozen en zuurvrije mappen worden opgeslagen.

Toegankelijkheid
De inhoud van de archiefenveloppen is door Mien Ruys gelukkig vanaf het begin vrij nauwkeurig en consequent van projectnummers voorzien. Van de bijbehorende kaartenbak is niet zo lang geleden een elektronische versie in MS Excel gemaakt.
Dit laatste betekent dat de collectie ook direct al te raadplegen was, zij het alleen tijdens de aanwezigheid van de onderzoeker. Diverse bezoekers, onder wie medewerkers van de Stichting Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB), hebben gebruik van gemaakt van deze mogelijkheid.

Selectie
Voordat de documenten per project werden opgeslagen is een selectie toegepast: Alle projecten waaraan Mien Ruys aantoonbaar zelf niet heeft meegewerkt worden terzijde gelegd. Het betreft hierbij ontwerpen, beplantingsplannen etc. die zelfstandig door een of meer van haar medewerkers zijn vervaardigd. De definitieve selectie is gemaakt in samenwerking met Hans Veldhoen.
Al in een vroeg stadium van het onderzoek kwamen interessante gegevens naar boven. Zo werd vrij regelmatig materiaal uit de periode van voor 1960 (dat voor het grootste deel vernietigd is) bij de documenten van latere projecten aangetroffen – een gelukkige onnauwkeurigheid in de systematiek van documenteren. Daarnaast heeft de eerste selectie op het materiaal uit Dedemsvaart uitgewezen dat het laatste door Mien Ruys gemaakte werk van 23 maart 1995 is; het betreft het beplantingsplan voor een particuliere tuin in Wychen.

Database TUiN
Van de projectnummers die na deze eerste selectie overblijven zijn de nummers waar nodig aangepast. Mien Ruys was niet helemaal consequent in het doornummeren, waardoor onder sommige nummers wel 22 verschillende objecten vielen. Dit bleek echter gemakkelijk op te vangen binnen de systematiek die gebruikt is voor de database TuiN van WUR/bib (zie hieronder). Het gedeelte van TUiN dat de Leonard Springer collectie beschrijft is al eerder on-line gekomen. Op dezelfde manier zijn de gegevens van de Mien Ruys collectie ingevoerd. Van een aantal tuinen waaraan Mien Ruys heeft gewerkt waren al eerder gegevens ingevoerd. Eén voorbeeld van de nieuw in TuiN ingevoerde gegevens is al te vinden op www.library.wur.nl/tuin/, onder Objecten, Locatie: Gramsbergen, De Groote Scheere.
Naast de geselecteerde inhoud van de verhuisdozen zal in een later stadium aanvullend archiefmateriaal worden beschreven. Dit betreft ondermeer de calques, fotomateriaal etc. dat nu nog bij Buro Mien Ruys in Amsterdam wordt bewaard, materiaal dat in andere openbare collecties aanwezig is en plannen in het bezit van opdrachtgevers en hun nazaten.

Biografisch materiaal
Intussen werd ook een begin gemaakt met het verzamelen en inventariseren van materiaal voor deel 2 van dit project, de biografie van Mien Ruys. Zo is van de nagelaten bibliotheek van Mien Ruys een lijst van de aanwezige vakliteratuur gemaakt - een taak die enigszins wordt gecompliceerd doordat op dezelfde boekenplanken ook alle bewaarde recensie-exemplaren voor Onze Eigen Tuin staan.
Tevens is een begin gemaakt met de analyse van de dagboeken van Mien Ruys en de secundaire literatuur over de periode waarin ze werkzaam was.

Selectie, documentatieprotocol
De eerste selectie van het archiefmateriaal bestond uit het bepalen welke dossiers wel en welke niet in de collectie worden opgenomen en in de database worden beschreven. Deze selectie was noodzakelijk omdat een groot aantal projecten zelfstandig door medewerkers van het tuinarchitectenbureau is uitgevoerd.
Om te voorkomen dat materiaal ten onrechte niet werd opgenomen zijn de selectiecriteria vastgelegd in een documentatieprotocol). Teneinde de reproduceerbaarheid van alle gevolgde procedures te waarborgen zijn in dit document tevens de parameters voor nummering en fysieke ordening en bewaring opgenomen. Tevens is beschreven hoe de invoer in de database TUiN plaatsvond.

Huisvesting
De Collectie Mien Ruys is zoals eerder al gemeld voorlopig ondergebracht in kamer 2.27 van het Jan Kopshuis te Wageningen, de huidige locatie van de Universiteitsbibliotheek van Wageningen UR. Deze ruimte is droog en kent niet al te grote temperatuur-schommelingen. In de geplande nieuwbouw voor de UB is een grote archiefruimte opgenomen waarin de huidige Speciale Collecties inclusief de Collectie Mien Ruys zullen worden bewaard onder omstandigheden die voldoen aan de eisen die aan zulke ruimten worden gesteld. De geplande ingebruikneming van deze nieuwbouw is in najaar 2006.

Foto: Een deel van de ± 120 verhuisdozen met de Collectie Mien Ruys, ondergebracht in kamer 2.27 van het Jan Kopshuis

Conditie van de documenten
Daarnaast maakte het bros worden van calques dat het uitvouwen van oudere tekeningen soms een hachelijke zaak was. Gelukkig zijn vanaf ongeveer 1960 de calques in kokers opgeslagen. Deze bevinden zich op dit moment nog bij Buro Mien Ruys in Amsterdam.
Veel documenten zijn eveneens aangetast door roestig geworden nietjes en paperclips, door plakband of door elastiek. Deze zijn zoveel mogelijk verwijderd.
Bij een eerste inventarisatie van de inhoud van de dozen bleek dat deze voor een deel zijn aangetast door vocht en muizenvraat. Gelukkig zijn de gevonden muizennesten zeer oppervlakkig gemaakt, waardoor de schade beperkt bleef.

Foto: Resten van een muizennest in een van de archiefdozen

Vondsten
Al tijdens de eerste inventarisatie werden interessante vondsten gedaan, waaronder een doos met ontwerpen en beplantingsplannen uit de periode 1946-1952, een periode waarvan tot nu toe werd aangenomen dat alle materiaal verloren was gegaan. Aangezien het hier een van de meest interessante perioden uit Mien Ruys’ werk betreft is dit een belangrijke ontdekking. Een van de vondsten betrof een serie schetsen en ontwerpen voor de grote border langs de zuidzijde van de vijver bij jachtslot Sint Hubertus op de Hoge Veluwe. Het gaat hierbij om een van de langste grote borders die ooit door Mien Ruys zijn ontworpen.

Foto: ‘Gewijzigd beplantingsplan voor het eerste gedeelte van de grote border in het nationaal park “De Hoge Veluwe” ‘. September 1950.

In hetzelfde dossier bevond zich een opgewerkt beplantingsplan (calque, potlood, kleurpotlood) voor de binnentuin van Museum Kröller-Müller. Deze tekening is om twee redenen bijzonder: er zijn tot nu toe geen andere presentatietekeningen van Mien Ruys voor enig onderdeel van haar werk ten behoeve van Stichting het Nationaal Park De Hoge Veluwe gevonden. Bovendien zijn de andere uit de periode tot ± 1955 bekende presentatietekeningen ofwel ingekleurde lichtdrukken van ontwerpen of door derden in inkt overgetekende ontwerpen. De oorspronkelijke ontwerpen van Mien Ruys zelf zijn vrijwel zonder uitzondering uitgevoerd op calque met potlood .

Foto: Deel van de ‘schets plattegrond van de binnenplaats v/h rijksmuseum Kröller-Müller’. April 1948.

Database TUiN
De gegevens van de documenten zijn ingevoerd in de database TUiN (zie www.library.wur.nl/tuin/ ). De nieuw ingevoerde gegevens zijn bij de beëindiging van het projectnog niet on-line. Gezien de omvang van het voor opname geselecteerde materiaal - de inhoud van ruim 70 verhuisdozen - is de beschrijving van tuinen, projecten en documenten summier gehouden.

Opslag
Tegelijkertijd zijn de beschreven documenten, voorzien van een project- en volgnummer, opgeslagen in zuurvrije mappen of dozen die voorlopig in stellingkasten worden geplaatst. Vanaf dat moment zijn de documenten door geïnteresseerden te raadplegen. De stellingkasten zijn gevuld met de gebufferde dozen en zuurvrije mappen waarin de documenten worden opgeborgen. Veel beschadiging door muizenvraat, vocht of schimmel werd niet meer gezien, zodat de totale schade beperkt is gebleven. Anderzijds blijft het materiaal zelf zijn kwetsbaarheid houden, bijvoorbeeld sommige brosse calques, die zo dik en scherp gevouwen zijn dat ze bij één keer uitvouwen al spontaan dreigen te scheuren.

Nieuw materiaal
Van het Laboratorium voor Ruimtelijke Planvorming De Hucht is nieuw materiaal voor de Collectie Mien Ruys ontvangen. Het gaat hierbij om ondermeer 47 lichtdrukken die destijds door Reinco Geertsema zijn gebruikt voor zijn scriptie (Geertsema R., Mien Ruys, beschrijving en documentatie van haar beroepspraktijk. Niet-gepubliceerde scriptie, Landbouwhogeschool Wageningen 1982). Curieus is de 14 pagina’s tellende transcriptie van het (waarschijnlijk eerste) interview van Geertsema met Mien Ruys, dat letterlijk is uitgeschreven (‘Rookt u?’ ‘Ja graag!’).

Plantsoen
Onder het materiaal afkomstig van De Hucht bevindt zich ondermeer bijgaande lichtdruk van een ontwerp voor een plantsoen aan de Ganzeweide te Ede. Het plan stamt uit 1954 en vertoont alle karakteristieken van Mien Ruys’ werk uit die periode: een sobere, beschutting biedende heesterbeplanting rond een speelplaats met zandbak en paden in diagonale lijnen die haaks op elkaar staan.

Woonboot
Een ander plan geeft het ontwerp voor een tuin die bij een woonboot behoort. Ook hier vinden we schuine lijnen, die echter veroorzaakt worden door de ligplaats van de woonboot die schuin in de oever is uitgespaard. Haaks erop staan alle vormgegeven elementen: vlonder, afdak, vaste planten- en kruidenperken.

Woningbouw
Een derde project betreft een woningbouwcomplex in Hardinxveld, waar de beplantingen van de tuinen in een straat gemeenschappelijk zijn ontworpen. De standaardbeplanting van de tuinen bestaat uit:
- Sorbaria tomentosa
- Laburnum anagyroides
- klimroos Paul’s Scarlet Climber
- Cotoneaster dielsianus var. elegans
- Crataegus paulii (wsch. Crataegus laevigata ‘William Paul’ of ‘Coccinea Plena’ ).

In de beplanting bij de huizen op en om de hoeken zijn berken en de klimmende Parthenocissus tricuspidata toegevoegd. Aan de rechterzijde sluit een heesterrand aan die bestaat uit bloeiende struiken en bomen. Dit plantsoen is samengesteld uit:
- Viburnum rhytidophyllum
- Malus purpurea
- Spiraea vanhouttei
- Prunus serrulata ‘Hizakura’
- Rosa eglanteria magnifica (= R.e. duplex ‘Weston’)
- Forsythia spectabilis (wsch. F. x intermedia)
- Chaenomeles lagenaria ‘Umbilicata’ (?)
- Philadelphus lemoinei
- Ribes sanguineum flore pleno (= ’Plenum’)
- Philadelphus ‘Lemoinei’
- Cornus sanguineum
- Deutzia crenata ‘Pride of Rochester’.

Vergelijkbare heestercombinaties zijn te vinden in andere beplantingen van Mien Ruys voor het openbaar groen.

Foto: Standaardbeplanting woningcomplex Hardinxveld

Foto: Voorlopige opstelling documenten Collectie Mien Ruys in genummerde, zuurvrije mappen

Gekleurde ontwerptekeningen
Tussen het schaarse materiaal van voor 1960 bleken zich enkele ingekleurde tuinontwerpen te bevinden. Zoals al eerder bekend bemoeide Mien Ruys zelf zich weinig met de presentatie van haar ontwerpen. Al vroeg werden de ontwerpen die zij zelf in potlood maakte door medewerkers in inkt uitgevoerd. Uit de periode tot ± 1950 zijn echter ook in kleurpotlood uitgewerkte ontwerpen bekend. Deze werden deels door medewerkers van Moerheim gemaakt, maar sommige zijn onmiskenbaar van de hand van Mien Ruys zelf. Hieronder staat er een afgebeeld die uit 1948 stamt.

Foto: Plan voor de aanleg van de heer Daniels te Arnhem, november 1948

Kenmerkend voor Mien Ruys’ handschrift zijn naast de belettering de vorm van de noordpijl en de manier waarop de arcering is uitgevoerd.

Vormherhaling
Een veel recenter ontwerp van een tuin bij een molen in Overijssel laat een oplossing zien die typisch is voor Ruys’ werk. Het gaat om de aansluiting van de vormen in het tuinontwerp bij die van het aanwezige karakteristieke gebouw. Op de tekening is rechtsonder de omtrek te zien van een stenen molen met steunberen en bijgebouw. De ronde vorm van de molen wordt in vrijwel dezelfde afmetingen herhaald in de er tegenaan liggende ronde tuin. De hoekige vormen en maten van de steunberen zijn terug te vinden in die van de afzonderlijke perken in de cirkel.
Een vergelijkbare oplossing is ook te vinden in het ronde terras naast de Festhalle in Biberach (D). De vorm daarvan is een herhaling van de middeleeuwse ronde toren, onderdeel van de stadsmuur, die iets hoger er direct naast ligt. De doorsnede van dit terras is eveneens vrijwel hetzelfde als de basis van de toren.

Foto: Rond terras met plantvakken bij molen

Collegedictaat Granpré Molière
Van Buro Mien Ruys afkomstig is een aantal schriften en schrijfblocs met collegedictaten. Het eerste betreft het dictaat dat Mien Ruys zelf schreef toen zij begin jaren ’30 colleges bouwkunde volgde bij Granpré Molière in Delft. Enkele citaten uit het hoofdstuk ‘Begrip van het Schoone’ vatten aspecten van de controverse tussen de Modernen en de Delftse School aardig samen:
‘Volgens Le Corbusier is ’t eenig doel van de Kunst: emotie. Volgens Prof. G. Molière niet ’t brengen van emotie, maar van rust. In onze tijd wordt ’t schoone teveel vereenzelvigd met ’t nuttige.’
‘Functioneele elementen worden vaak voorafgegaan door hetzelfde als versieringselement. Veel modernen zeggen dat al de geledingen constructief ontstaan. Dit is een miskenning van de scheppingsdrang. Veel geledingen zijn ontstaan als versiering en langzamerhand functioneel geworden.’
‘Volgens Aristoteles is het onmogelijke, waarschijnlijke beter dan het mogelijke, onwaarschijnlijke. Wat schoonheid betreft is het niet de vraag wat kan, maar wat is waarschijnlijk. In de moderne architectuur wordt veel een klein steunpunt gebruikt om een groote massa te dragen, dit is waarschijnlijk maar niet mooi.’

 

Foto: Eerste pagina collegedictaat Granpré Molière

Vervanging Bijhouwer
Toen prof. J.T.P. Bijhouwer, met wie Mien Ruys goede professionele en persoonlijke contacten onderhield, in 1951-52 een jaar naar de VS ging vroeg hij Ruys om een deel van zijn colleges aan de Landbouwhogeschool, afdeling tuin- en landschapsarchitectuur, bouwkunst en stedenbouw in Wageningen, en aan de Technische Hogeschool, afdeling der bouwkunde

Foto: Schutblad correspondentiemap

in Delft over te nemen. In Wageningen verzorgde Ruys de ’behandeling v.h. vaste pl. sortiment, vooral toepassing en sierwaarde. Oefeningen (practicum): tuinoefeningen.’ De colleges ‘Geschiedenis tuinarchitectuur culminerend in het park, het openbare groen - oefeningen (practicum): openbare terreinen’ werden overgenomen door Hein Otto. De correspondentie met Bijhouwer zelf en de LH is bewaard gebleven, met de teksten van de colleges die Ruys gaf.

Foto: Inleiding eerste college TH Delft

Niet-gepubliceerd manuscript
Eind jaren ’80 kreeg Mien Ruys het verzoek van Timber Press in de VS om een boek te schrijven waarin zij haar principes over tuinarchitectuur vastlegde. Het manuscript werd voltooid in december 1989, voorzien van een inleiding door prof. S.M. Namenwirth en door diens vrouw vertaald in het Engels. In haar vertaling, getiteld ‘From Chaos to Design; Principles of Garden Design’, probeerde zij Mien Ruys’ eigen stijl van uitdrukken weer te geven. Van de eerste hoofdstukken is op verzoek van de uitgeverij een iets vlottere vertaling gemaakt. Om verschillende redenen werd het boek niet uitgegeven. Een kopie van het manuscript, waarvan de rechten berusten bij R.Zandvoort, bevindt zich in de collectie.

Documenten uit het privé-archief van Mien Ruys
Uit het privé-archief van Mien Ruys is een aantal documenten verkregen dat licht werpt op biografische details die tot nu toe nog niet duidelijk waren. Het gaat daarbij ondermeer om brieven, foto’s en typescripts van artikelen. Om met dat laatste te beginnen: Mien Ruys schreef in ieder geval vanaf 1929 voor een groot aantal tijdschriften en kranten.



Zo schreef zij voor Onze Tuinen in 1929 een verslag in 3 afleveringen (16 en 30 augustus en 6 september) over de Grosse Ruhrländische Gartenbauausstellung GRUGA in Essen. Hiervoor kreeg zij van het blad een perskaart, opgesteld in het Duits op naam van Mia (!) Ruys en ondertekend door A.J. van Laren (hoofdredacteur van Onze Tuinen en hortulanus van de Amsterdamse hortus).

Berlijn
Uit ongeveer dezelfde tijd stammen twee brieven van thuis, waarop Ruys’ adressen tijdens haar studie aan het zojuist opgerichte Institut für Gartengestaltung aan de Landwirtschaftliche Hochschule in Dahlem, Berlijn (naast de Botanische Garten) zijn te vinden. Op de achterkant van de afgebeelde envelop staat een lijstje van aan te schaffen studieboeken (onder andere Hugo Koch, Gartenkunst im Städtebau en Paul Schultze Naumburg, Die Gestaltung der Landschaft durch den Menschen).
Het adres in de Zimmermannstrasse was ongeveer 1,5 km van de hogeschool verwijderd. Het andere adres, aan de Ringstrasse in Lichterfelde-West. lag ongeveer 2 km van de school.



Correspondentie
Of Mien Ruys tijdens haar verblijf in Berlijn op bezoek is geweest bij Karl Foerster in Bornim is niet bekend. Wel weten we dat ze toen de nationaal-socialisten de macht in Duitsland hadden overgenomen het contact met Foerster heeft verbroken. Mien Ruys had overigens na de oorlog nog wel schriftelijk contact met Foerster.
Na het overlijden van haar man in 1971 schrijft Eva Foerster haar dat ze deze ‘vaak bedroefd was dat hij die mooie vriendschappen van voor de oorlog niet meer kon onderhouden’.

Gertrude Jekyll
Interessant is een briefje van Gertrude Jekyll waarin ze Ruys uitnodigt haar toch vooral te bezoeken.
De tekst luidt: ‘Dear Miss Ruys, It will give me the greatest pleasure to receive you next Wednesday the 29th. I hope it will suit you to let your visit be in the afternoon & will you please go everywhere as you wish - the upper part of the ground is woodland which may be pleasant to wander in if the day is hot. The flowery part is below the house & lawn.
I only wish your visit might have been in the later summer, for the greater part of what you will see is preparation for effect in August and September’…

Delft
Een precieze datering van Ruys’ bijwonen van de colleges bouwkunde in Delft wordt mogelijk door het opduiken van haar inschrijvingsbewijs - althans het kwart daarvan waarop haar pasfoto is bevestigd. Op de achterkant zijn meer gegevens te vinden: het collegejaar, 1931-1932, haar inschrijving voor de colleges 1 keer per week van professor Granpré Molière en voor andere colleges, waarvan nadere details nog moeten worden uitgezocht.

BNT
Over Mien Ruys’ enigszins problematische verhouding met de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten BNT is door anderen al geschreven.
In haar privé-archief zijn twee documenten te vinden die er nader licht op werpen. Het eerste is een briefje van Hugo Poortman, notabene een van de oprichters van de BNT in 1922, die Ruys prijst met haar beslissing om haar lidmaatschap op te zeggen. Ruys had eerder vergeefs geprobeerd om het BNT-bestuur ertoe te brengen de bond op te heffen om zo niet mee te hoeven werken aan de instelling van ‘gelijkgeschakelde’ beroepsverenigingen.

De tekst van de briefkaart van Poortman (die dan 84 jaar oud is) luidt: ‘Een voorrecht acht ik het daareven te hebben mogen vernemen Geachte Mejuffr. Mien Ruys dat U is getreden uit den B.N.T. en u niet hebt opgegeven bij de Cultuurkamer. Bij u en enkele anderen geldt nog het besef dat een vrij Nederland en een vrij denkend en handelend mensch waardiger en gelukkiger is dan een zich schikken naar inzichten van bovenaf, alleen om der wille van de boterham. Bravo! en mijn dank daarvoor. Dacht half Nederland als gij onze vrijheid van denken en handelen zou spoedig weer in plaats komen voor knechting. Mijn allerbeste gelukwensch en vriendelijke groeten mede voor uw vader, Hugo A. Poortman. [P.S.] Met genoegen las ik uw artikel in de 8 en opb[ouw].’

Ida Falkenberg
Behulpzaam bij het volgen van de ontwikkeling van Mien Ruys’ politieke inzichten voor en kort na de oorlog kan het zijn om haar verhouding met verschillende politiek aktieve vrienden en relaties te onderzoeken. Een van hen was de bekende ontwerpster Ida (Liv) Falkenberg-Liefrinck (1901-), van wie een aantal brieven aan Mien uit de periode 1948-1970 overgebleven is. Falkenberg, die onder andere bij J.J.P.Oud werkte, meubels en later glas ontwierp en lid was van de 8 hoorde tot de ideologische hard-liners binnen de 8 en Opbouw. Na de oorlog werkten zij en haar man Otto in Oost-Duitsland. Ida bleef Mien Ruys schrijven, onder andere over haar contacten met Foerster, bij wie zij 1948- 1950 in de buurt woonde.

De tekst van bovenstaand fragment luidt: ‘Beste Mien, Dezer dagen hadden we een charmant bezoek van de oude heer Förster. Hij kwam door de tuindeur, en stond onverwacht in de hal, een groote witharige man in een wit pak, met een bos yucca’s en mexicaansche grassen in zijn arm’… De contacten van Ida Falkenberg met Mien Ruys bleven zeker tot 1972 bestaan.

Foto’s
In Ruys’ privé-archief bevinden zich verschillende foto’s die ofwel aanvullende informatie over aspekten van haar werk betekenen of eenvoudig een aardige sfeertekening geven.

Na de schade door de inundaties in tweede wereldoorlog vervulde Mien Ruys een nog niet nader omschreven rol bij de herinrichting van de Zeeuwse eilanden. Bijgaande foto verscheen in de Groene Amsterdammer. Op de achterzijde staat als bijschrift vermeld: Mien Ruys noteerend, op den zeedijk te Schouwen, met haar chauffeur (haar zuster en medewerkster) (geheel links). Dit was haar zuster Miekie (M.C.H.) Ruys.

Ruys’ samenwerking met diverse modernistische architecten berustte op haar vermogen om dezelfde taal als zij te spreken. Dit had als gevolg dat sommige architecten voor het ontwerpen van de groenvoorzieningen van hun projecten graag van haar diensten gebruik maakten. Hein Salomonson, hier links op de foto, was een van hen.

Repeteerborders
Al voordat Mien Ruys in de vroege jaren 50 het idee van gestandaardiseerde ontwerpen voor kleine particuliere tuinen had ontwikkeld en de zogenaamde ‘confectieborders’ had geïntroduceerd, voerde ze schijnbaar een vergelijkbare rationalisatie door in haar beplantingsontwerpen voor openbare projecten.
Het ging haar hier echter alleen om de ritmische herhaling van de vormen en kleuren van een beperkt aantal soorten. Deze ‘repeteerborders’ zijn voornamelijk gebruikt in de periode 1949-1970 bij woningbouwprojecten en grotere instellingen en bedrijven.

Foto: Repeteerborder woningbouwcomplex in Geuzenveld (1956-61), ontworpen door van den Broek en Bakema, onder supervisie van Merkelbach en Bijhouwer

Repeteerborder Röpcke Zweersstichting in Hardenberg (1970)

Op enkele uitzonderingen na worden de planten in repeteerborders gerangschikt in ruitvormige patronen. Een enigszins vergelijkbaar zigzagpatroon hanteerde Mien Ruys in haar borderontwerp bij de Nederlandse Katoenspinnerij in Hengelo (1949), dat in 1965 werd gewijzigd in een meer conventioneel beplantingsplan - maar wel gebruik makend van dezelfde soorten vaste planten en heesters.

Onbekende ontwerpen
Een verzoek om advies over een vermeend ontwerp van Mien Ruys dat bedreigd werd door opsplitsing heeft geleid tot de herontdekking van een in de vergetelheid geraakte tuin. Het gaat om de Muzenhof, gelegen aan de Stadionweg in Amsterdam-Zuid. Een bezoek wees uit dat het gaat om een tuin die omsloten wordt door een woningcomplex dat in 1940 werd opgeleverd. Het complex werd gebouwd naar een ontwerp van F.J. Berghoef, een architect uit de Delftse school, die ook de bekende Geuzenhof ontwierp, beide in opdracht van Bouwbedrijf H. van Saane. Daar de tuin niet toegankelijk is voor de bewoners - en dat voorzover bekend ook nooit is geweest - zijn vormgeving en beplanting redelijk ongestoord. De langwerpige ruimte wordt doorbroken door een rechthoek, gevormd door een laag muurtje met een rollaag als afdekking. Binnen deze rechthoek bevinden zich twee rechthoekige betonnen vijvers en twee smalle kanaaltjes.
Het grondplan is op het oog tweezijdig symmetrisch. Van de oorspronkelijke beplanting is ondermeer een aantal Japanse sierkersen (Prunus serrata ‘Kwanzan’), enkele zuilvormige Taxussen en twee van de oorspronkelijke drie Gouden Regens nog aanwezig. Deze Gouden Regens zijn bijzondere exemplaren, daar deze boomsoort in Nederland zelden de 50 jaar haalt. Dat dat hier wel is gebeurd is zeer waarschijnlijk te danken aan de zeer beschutte ligging.
Een moeilijkheid bij de identificatie van de tuin was, dat er in de kaartenbak van Buro Mien Ruys geen informatie over te vinden was. In het Vaste Plantenboek staat alleen een onbenaamde, onduidelijke foto van de Muzenhof-tuin. Deze wordt in de eerder genoemde scriptie van R. Geertsema geïdentificeerd. Bij toeval werd enkele dagen na het verzoek om advies in de collectie Renske Boon een convocatie uit 1941 gevonden van de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten, waarin de zomerexcursie in Amsterdam werd aangekondigd, die onder andere langs twee werken van Mien Ruys zou voeren, namelijk de Geuzenhof en de Muzenhof.

Van diverse zijden is eveneens informatie en materiaal binnengekomen over tot nog toe onbekende ontwerpen, vooral uit de periode 1930-1950. Een voorbeeld is het ontwerp voor landgoed De Groote Scheere in Gramsbergen (1940). Hiervoor werd een terreininrichting ontworpen en een nieuwe siertuin (detail hieronder).

Een ander voorbeeld betreft een ontwerp uit 1930 bij een villa in Santpoort (J.H.W. Leliman 1908). Hiervan is nog een redelijk goed bewaard restant te vinden in de vorm van een stenen pad dat de linker- en de achterzijde van het gazon begrenst. In de hoek bevindt zich een cirkelvormig terras met een gemetselde bank.



Protocol selectie en documentatie

Selectie: Primaire criteria

Hieronder zijn de criteria beschreven die zijn gehanteerd bij de eerste selectie op de documenten in de mappen van de collectie Mien Ruys.

Selectie: secundaire criteria

De hieronder beschreven secundaire selectiecriteria betreffen het al dan niet opnemen van documenten uit projecten die voor opname zijn geselecteerd.
Alle aanwezige calques zijn opgenomen.
Een kopie van een calque is alleen opgenomen als:
- het origineel ontbreekt of onbruikbaar is, of
- de kopie toegevoegde informatie bevat
De overige documenten behorende bij op grond van bovengenoemde criteria geselecteerde projectnummers zijn integraal opgenomen.

Documentatie: Ordening

Nummering

Alle documenten zijn voorzien van een projectnummer en een volgnummer. Dit is als volgt opgebouwd:

47.ppppA.vvv :

47 = Architectnummer Mien Ruys volgens validatielijst TUiN
pppp = basisprojectnummer van vier cijfers; voorzover mogelijk op basis van projectnummers uit oorspronkelijke kaartenbak, met waar nodig voorloopnullen
A = aanvulling projectnummer met 1 kapitaal
vvv = volgnummer document van 3 cijfers, inclusief voorloopnullen

In concreto ziet een documentnummer er zo uit: 47.0968B.032
Documenten als correspondentie, verslagen e.d. zijn gebundeld opgenomen onder één of meer volgnummers. Belangrijke documenten behorende tot deze categorieën worden waar nodig van een apart volgnummer voorzien.
De projectnummers zijn overgenomen uit de elektronische kaartenbak van Buro Mien Ruys. Projectnummers die in de oorspronkelijke kaartenbak meer dan één project bevatten zijn uitgebreid met een volgletter (kapitaal A, B, C …)
Voor projecten die niet in de kaartenbak genummerd waren zijn nieuwe projectnummers gecreëerd, beginnend bij 5000.

Opslag

Alle documenten zijn vóór opslag ontdaan van paperclips, plakband en elastiek en andere hechtmaterialen die schade aan het materiaal kunnen toebrengen.
De documenten worden bewaard in zuurvrije omslagen en/of gebufferde dozen die voldoen aan de gangbare eisen die aan de verpakking van documenten worden gesteld.
Op iedere omslag / doos is het volledige projectnummer aangebracht. Bij meerdere documenten kan worden volstaan met het eerste en het laatste documentnummer.
In de database TUiN wordt onder Documenten het kenmerk ‘Vindplaats’ als volgt weergegeven:

Omslag: ‘map 47.1234’; ‘map 47.1234A’; ‘map 47.1234-1242’ etc.
Doos: ‘doos 47.5678.1, doos 47.5678.2’ of 'doos 47.0185A.1' etc.

Bij de dozen heeft het laatste cijfer uitsluitend betrekking op de fysieke rangschikking. Als er van een projectnummer maar 1 doos aanwezig is, wordt de laatste ‘.[cijfer]’ weggelaten.

Uitlening aan Buro Mien Ruys

Daar het auteursrecht van het materiaal bij Buro Mien Ruys blijft berusten is ondermeer overeengekomen dat Buro Mien Ruys ten allen tijde projectdocumentatie kan opvragen.
Wanneer dit gebeurt zal het als volgt worden gesignaleerd in TuiN:

  1. Onder Vindplaats wordt ingevuld: Buro Mien Ruys
  2. In het tekstvak Aanvullende informatie wordt ingevuld: BMR [datum (ddmmjj)]

Tuinen, Projecten en Documenten: Statistieken

In de database TuiN zijn de records op 3 niveaus ingevoerd: aan Tuinen zijn Projecten gekoppeld, waaraan weer Documenten hangen. Hieronder de totalen en de onderverdeling per niveau ten tijde van het opstellen van dit verslag.


Park en plantsoen
31
Begraafplaats
9
Botanische tuin / arboretum
3
Daktuin / balkontuin
14
Fabriekstuin
20
Instelling / bedrijf / kantoor
172
Groenstructuur / landsch.ontwerp
12
Kerk
2
Tuindorp / tuinwijk / villawijk
10
Landgoed / buitenplaats
25
Boerderij / erfbeplanting
33

Villatuin / stadstuin

761
Tuinen totaal

1075

Advies
35
Beplanting
203
Ontwerp
848
Reorganisatie
175
Projecten totaal

1181
Beplantingslijst
738
Beplantingsplan
4245
Brief / correspondentie
940
Foto(mapje)
221
Ontwerp / plattegrond
4301
Schets
773
Situatietekening
562
Technische tekening
3008
Overige tekeningen 187
Documenten totaal
13466